Deze oefeningen zijn vrij inzichtelijk en horen bij de moeilijkste vaardigheden in het eerste leerjaar. De brugoefingen zijn heel belangrijk om de stap naar het tweede te maken want daar wordt tot 100 geleerd. Belangrijk is dat de kinderen goed weten welke stappen er gezet worden !!!
Voorbeeld : 7 + 8 = 15. Daarvoor maken we eerst 10 ! We splitsen dus 8 in 3 en 5, (daarom is de kennis van het splitsen tot 10 zo belangrijk) en tellen de 3 op bij de 7, zodat we 10 hebben.Er schiet nog 5 over en deze tellen we op bij de 10. 10 + 5 = 15
De blokkendoos die elk kind kan nemen, is ook een mooi hulpmiddel om te zien hoe de oefening werkt.
Zo gaan we te werk voor 7 + 8 :- we leggen 7 blauwe blokken bovenaan, we leggen 8 rode blokken onderaan- we maken 10 door 3 blauwe blokken naast de rode te leggen- we zien duidelijk : 7 + 8 = 10 + 5 = 15
Deze 3 stappen zijn belangrijk :
1) 10 maken (7+3)
2) de rest zoeken (5 zoeken door 8 te spitsen in 3 en ...)
3) 10 + de rest (10+5)
Na de paasvakantie gaan we ook aftrekken over de brug van 10. Hiervoor gaan we gelijkaardig te werk : 14 - 6 = 10 - 2 = 81) 10 maken (14-4)2) de rest zoeken (6 splitsen in 4 en ...)3) 10 - de rest (10-2)
weer een stap verder bij het rekenen ongeloofelijk knap
BeantwoordenVerwijderen